Kansen voor de landbouwsector
De inzet van landbouwdrones biedt enorme kansen voor precisielandbouw en verduurzaming van agrarisch werk. Toch staan we in Nederland voor een serieuze uitdaging: de huidige regelgeving maakt het gebruik van drones zwaarder dan 25 kilogram praktisch onmogelijk zonder tijdelijke ontheffing.
Die zogeheten TUG (Tijdelijk Uitzonderlijk Gebruik) ontheffing is ooit ontworpen voor bemande luchtvaart, met name helikopters. Logisch dus dat de bestaande normen niet goed passen bij onbemande luchtvaartuigen.
Om hierin verandering teweeg te brengen, zijn we in gesprek gegaan met beleidsmakers én hebben we samen de eerste stap gezet: objectieve geluidsmetingen uitvoeren met de DJI AGRAS T50, een van de meest geavanceerde landbouwdrones die momenteel in Nederland beschikbaar is.
In dit artikel vertelt Paul van der Wal, consultant bij Drone Flight Company, hoe dit is aangepakt, wat de resultaten waren en wat de vervolgstappen voor de sector zijn.
Direct meer weten over de mogelijkheden voor jouw organisatie? Neem dan contact op voor een vrijblijvend adviesgesprek.
Verouderde normen die innovatie afremmen
We ondersteunen dagelijks bedrijven bij het verantwoord en veilig inzetten van drones binnen hun operaties.
Maar op het moment dat we kijken naar drones boven de 25 kilogram, lopen we tegen serieuze beperkingen aan. De bestaande regelgeving maakt geen onderscheid tussen een elektrisch aangedreven drone en bijvoorbeeld een helikopter met een verbrandingsmotor.
Dat belemmert niet alleen onze klanten, maar frustreert ook de verdere ontwikkeling van innovatieve technologieën in de landbouwsector.
Samen met beleidsadviseurs van de provincie Fryslân, en in het bijzonder de Interprovinciale contactgroep Luchtvaart, zijn we in gesprek gegaan over de vraag of de huidige voorwaarden nog wel passend zijn.
“Waarom zit er eigenlijk een gewichtsgrens op van 25 kilo?” was de vraag die de discussie opende. Gelukkig bleek er ruimte te zijn voor heroverweging, mits we konden aantonen hoeveel geluid een drone als de AGRAS T50 in de praktijk daadwerkelijk produceert.
Dit was voor ons de reden het initiatief te nemen om dit zorgvuldig en volgens de juiste methodiek in kaart te brengen.
Objectieve metingen volgens Europese richtlijnen
Om de discussie over geluidsproductie van zware drones te onderbouwen, zijn we een meettraject gestart met de DJI AGRAS T50. Deze drone is niet alleen een van de grootste modellen die momenteel in Nederland beschikbaar is, maar ook een model waarvan we verwachten dat hij op korte termijn breed ingezet gaat worden in de agrarische sector.
De metingen zijn uitgevoerd op verschillende hoogtes en afstanden, waarbij we gebruik hebben gemaakt van de zogeheten LAeq-meting dB(A). Dat is een methode om een gemiddelde geluidsmeting over een vooraf ingestelde periode af te nemen, rekening houdend met de gevoeligheid van het menselijk gehoor.
We hebben hierin de keuze gemaakt om metingen over een periode van 30 seconde uit te voeren. De resultaten hebben wij vervolgens getoetst aan Europese richtlijnen (ISO 1996-1:2016) en het Nederlandse Activiteitenbesluit Milieubeheer.
“De vraag was helder: hoeveel geluid maakt zo’n drone nu echt? En wat betekent dat in de praktijk voor de omgeving?” legt Paul van der Wal uit. “Daar hebben we met deze metingen nu een duidelijk en betrouwbaar antwoord op.”
Resultaten: ruimschoots onder de norm
De uitkomsten van het onderzoek waren wat ons betreft erg positief! De meeste metingen bleven ruim onder de maximale toegestane grens van 70 dB(A) voor daguren (tussen 07:00 en 19:00 uur).
Ter vergelijking: 70 decibel komt ongeveer overeen met het geluid van een drukke weg, een stofzuiger of het doorspoelen van een toilet. Op 150 meter afstand, een realistische werkafstand voor dit soort toepassingen, bleef het geluid beperkt tot ongeveer 52 dB. Daarmee zit het geluidsniveau van deze drone zelfs onder dat van een gemiddelde vaatwasser.
Op een uitzondering na, bij een test op 25 meter afstand en 10 meter hoogte werd een waarde van net boven de 70 dB gemeten. Alle andere metingen, zelfs bij lagere vlieghoogte op korte afstand, bleven onder de grenswaarde.
De gemiddelde geluidswaarden varieerden tussen de 51,8 en 72 decibel, waarbij de hoogste waarde op slechts één meetpunt voorkwam. “Het is zeer aannemelijk dat die uitschieter veroorzaakt is door een periode van aantrekkende wind “, voegt Paul toe. “Bovendien is het sowieso niet wenselijk om met deze zware drones binnen 25 meter van mensen te vliegen, met het oog op veiligheid, maar ook wat betreft de praktijktoepassing.”
Vervolgstappen: bespreking op provinciaal niveau
De resultaten zijn vervolgens gedeeld met de provincie Fryslân, waarna het rapport wordt besproken binnen de interprovinciale contactgroep. De eerste reacties zijn positief. Het onderzoek zal ook met andere provincies gedeeld worden. Zodat er toegewerkt kan worden naar tijdelijke ontheffingen vanuit de provincies, én gepleit kan worden voor een herbeoordeling van de huidige TUG-voorwaarden vanuit het ministerie van I&W.
Een logische vervolgstap zou wat ons betreft zijn om het maximale toegestane gewicht voor drones onder de TUG-regelgeving te verhogen, bijvoorbeeld naar 150 kilogram voor elektrisch aangedreven drones.
“Als we die stap kunnen maken, maken we het ineens veel makkelijker om technologie als de Agras T50, of toekomstige zwaardere modellen zoals de T70 of T100, legaal en structureel in te zetten,” aldus Paul.
“Dan kunnen we eindelijk afscheid nemen van de belemmeringen die nu niet meer in verhouding staan tot de werkelijke impact.”
Het ideale scenario: duidelijke, toekomstbestendige regels
Wat zou volgens ons het ideale scenario zijn? Heel eenvoudig: een aangepaste TUG-regelgeving die rekening houdt met de eigenschappen van moderne, elektrisch aangedreven drones.
Een vrijstelling voor drones tussen de 25 en 150 kg die aantoonbaar binnen geluidsnormen blijven, zou de markt enorm helpen. In dat scenario kunnen bedrijven eenvoudig een vergunning aanvragen en wordt het hele traject net zo overzichtelijk als bij kleinere drones.
In de huidige situatie is er veel verwarring: de ene instantie zegt “het mag”, terwijl de provincie zegt “je mag maar 12 dagen per jaar vliegen met twee starts en landingen per dag”. Dat soort tegenstrijdige regels maakt het lastig om structureel te plannen of te investeren in drone gebruik. Juist daarom is het zo belangrijk dat we dit nu goed onderbouwen en beleidsmatig verankeren.
Voordelen voor de markt én de eindgebruiker
De voordelen van deze versoepeling zijn niet alleen juridisch of administratief. Ook in de praktijk zijn ze aanzienlijk. Een drone zoals de DJI AGRAS T50 produceert minder geluid dan een dieseltractor, veroorzaakt geen uitstoot op locatie en voorkomt bodemverdichting.
Dat laatste is met name voor boeren een belangrijk punt: hoe minder de grond wordt samengedrukt, hoe beter de doorwatering en zuurstofopname. Daardoor groeien gewassen gezonder en wordt het risico op schade door wateroverschot of droogte verminderd.
Daarnaast is er minder impact op fauna. Waar een tractor door een veld rijdt en nesten kan vernietigen, vliegt een drone erboven en laat de bodem met rust. Onderzoek wijst uit dat tijdelijke geluidsbronnen, zoals drones, minder verstorend zijn voor dieren dan langdurige blootstelling aan zware machines.
“Als we de inzet van drones niet onnodig beperken, maken we de landbouw toekomstbestendig. We helpen boeren efficiënter werken, reduceren ecologische schade en verlagen hun milieudruk,” aldus Paul. “Dat is uiteindelijk niet alleen goed voor de sector, maar voor de hele samenleving.”